Toen ik in 1969 als jonge leraar mijn carrière begon aan het Ubbo Emmius Lyceum, trof ik collega ’s aan die een hechte club vormden. Dat gold wat minder voor ons jongeren, maar na enige tijd hoorden wij er ook bij. Het docentencorps leek wel een beetje een grote familie. Fameus waren de oriënteringsritten in het late voorjaar. Gestreden werd om een heuse beker. Verschillende collega’s bezochten elkaars verjaardagen en die van hun echtgenoten. In die jaren bestond er nog een behoorlijke sociale cohesie.

 

In het begin van de jaren ’70 kwamen er collega’s die een andere levensstijl hadden dan het oudere personeel.  Een groep van hen bleef in Groningen wonen om hun eigen leven te kunnen leiden. Ongehuwd samenwonen van collega’s kwam bijvoorbeeld steeds meer voor.  Deze grotere vrijheid leidde tot meer vrijblijvendheid. In 1981 merkte de schoolleiding op: 

 

‘Wij menen dat het goed is, als de leraar bekend is met de omgeving waarin zijn leerlingen opgroeien. Daarom wordt de leraar geacht in het standplaats gebied te wonen of te gaan wonen.’

 

Vanuit diverse geledingen van de school ontstond de behoefte aan meer inspraak en overleg. In 1968 werden de eerste ‘stafleraren’ door de leraren gekozen, één uit de exacte vakken, één uit de leervakken, één uit de expressievakken en twee uit de talensecties voor een periode van twee jaar. Deze stafleraren dienden als klankbord van het personeel voor de staf. Bovendien gaven zij ook advies aan de schoolleiding. Later kwam het sectieleidersoverleg hiervoor in de plaats. De nieuwe Mammoetwet maakte overleg binnen de secties en coördinatie tussen verwante secties onderling noodzakelijk.  De docent werd steeds minder koning van zijn of haar eigen klaslokaal.

 

In het begin van de jaren ’80 maakte het onderwijs en dus ook onze school een moeilijke periode mee ten gevolge van drastische bezuinigingen op het onderwijs. Een aantal keren werd er gestaakt. Het meest ingrijpend was een staking van een week in november 1982, waaraan dertig van onze tachtig docenten deelnamen. Het bestuur had begrip voor de bezorgdheid van de stakers over de bezuinigingen, maar wees het middel van de staking af.  In die periode was de toon van het debat feller dan de meesten van ons tot dan toe gewend waren. Het aanleggen van een dossier over een personeelslid leidde tot veel commotie in de school.

 

Aan het eind van de jaren ’80 constateerde de schoolleiding:

 

‘We hebben gemerkt, dat verschillende personeelsleden het werken te zwaar valt. Mogelijke oorzaken: geringere motivatie van leerlingen, assertievere ouders, minder goede arbeidsomstandigheden, stroevere samenwerking in de sectie, persoonlijke problemen enz. Als schoolleiding zullen we ons uiterste best doen, zeker in zaken die de school betreffen, hen te helpen. Echter, vaak is een luisterend oor het enige dat wij te bieden hebben.

 

Jan Wilpshaar, leraar geschiedenis aan Ubbo Emmius Stationslaan van 1969 tot 2005.

Heeft u aanvullende informatie?

Deze website is altijd in ontwikkeling en nooit volledig. Kunt u dus meer vertellen over een foto of een fotoserie? Heeft u zelf beeldmateriaal beschikbaar dat u met ons wilt delen? Geef graag via onderstaand formulier uw informatie door!

Gaat het om één specifieke foto, omschrijf dan over welke foto het gaat. Vul ook uw contactgegevens in, zodat wij u kunnen benaderen bij aanvullende vragen. Alleen als u bij 'naamsvermelding' een vinkje zet voor toestemming, zullen wij eventueel uw naam vermelden in de presentatie. 

Heeft u beeldmateriaal, laat dit dan bij 'toelichting' weten zodat wij contact met u op kunnen nemen. 

× U heeft niet alle velden correct ingevoerd.