De voorgeschiedenis van PRO is een verhaal van pioneers. Ron Menduapessy en André Piening zijn twee mannen van het eerste uur die de kinderziektes overwonnen hebben, vele fusies hebben doorstaan en het Praktijkonderwijs uit hebben zien groeien tot wat het nu is.

Van onderwijs met een focus op praktijkvakken tot het verzamelen van kwalitatief goede stageadressen en het organiseren van doe-avonden: het onderwijs heeft in de loop van de jaren steeds verder vorm gekregen. Door middel van doe-avonden aan het eind van het jaar kregen ouders zicht op wat hun zoon of dochter hadden geleerd. De ouders mochten de praktijkvakken zelf ervaren, hun kinderen gaven de instructies. Op die manier konden ook de ouders vol trots ervaren wat voor talent hun kind had.

Ook het gebouw waar PRO nu nog in gevestigd is, is onder de bezielende leiding van Ron ontstaan. Dat dit gebouw nu nog steeds aan de wensen voldoet, is een compliment voor het personeel van toen.

Dat PRO nu onderdeel van Ubbo Emmius is geworden is voor velen een kers op de taart, ook voor de leerlingen: ze worden niet graag als ‘speciaal’ gezien. Ze zijn nu ook leerling van Ubbo Emmius, net als alle leeftijdsgenoten in Stadskanaal. En net als de geslaagden van het vwo, havo en vmbo staan ook hun namen in de krant.

 

VERLEDEN EN HEDEN

Het speciaal onderwijs in de Gemeente Stadskanaal

Historisch overzicht  in vogelvlucht van de onderwijskundige en sociale zorg voor gehandicapte jeugd in Nederland

Het buitengewoon lager onderwijs/speciaal onderwijs kent een lange historie. Een historie die teruggaat naar 1790 met de oprichting van het Koninklijk Instituut voor doofstommen te Groningen. St. Michelstel volgt in 1840. In 1891 komt in Ermelo een inrichting voor ‘zwakzinnige kinderen’.

De eerste dagschool voor ‘achterlijke kinderen’ wordt opgericht in 1898 te Amsterdam.  In 1896  komt te Rotterdam het eerste dagonderwijs voor ‘zwakzinnige’ kinderen en de twee klasjes worden gekoppeld aan een gewone lagere school. De invoering van leerplicht ziet het licht in 1901.

In 1908 wordt de aanduiding van ‘school zwakzinnige kinderen’ veranderd in ‘School voor Buitengewoon Onderwijs’. Deze nieuwe aanduiding is men later gebruiken voor alle typen scholen voor gehandicapte kinderen. In 1920 kwamen ruim dertig van dit type scholen voor.

In 1921 wordt een aparte inspectie voor het buitengewoon onderwijs (B.L.O.) opgericht en Dr. A. van Voorthuysen, die onvermoeid opkomt voor de belangen van het gehandicapte kind, wordt de eerste inspecteur voor het B.L.O.. Hij vervult zestien jaar lang het inspecteurschap. Het totaal aantal B.L.O-scholen groeit in 1924 tot 57 schooltypen. Onder bezielende leiding van Prof. Dr .I.C. van Houte wordt de eerste leerstoel Orthopedagogiek aan de Gemeentelijke Universiteit Amsterdam ingesteld. Inspecteur C. Van den Bosch geeft in 1949 uitvoering aan het Besluit Buitengewoon Onderwijs. Dit besluit omvat de wettelijke bepalingen voor alle B.L.O.-scholen en brengt het aantal schooltypen op twaalf.

De L.O. wet van 1920 biedt de mogelijkheid tot differentiatie naar ieders behoefte, naar leeftijd en sexe. Het huishoudonderwijs aan oudere meisjes en het arbeidsonderwijs aan oudere jongen kan zich in scholen voor gehandicapte leerlingen verder ontplooien.

De wieg van de ‘After Care’, de maatschappelijke nazorg t.b.v. oud-leerlingen ‘eener school voor buitengewoon lager onderwijs’, ontstaat in de school voor zwakzinnigen. Ook buiten de arbeidsector zijn er talloze struikelblokken en het ligt voor de hand dat men bij moeilijkheden de oude vertrouwde meester of juf om raad vraagt. En zij komen niet tevergeefs. In 1917 komt de ‘After Care’ (maatschappelijk zorg) met een rapport. Dit rapport heeft een aantal belangrijke en bondig geformuleerde conclusies, zoals het volgende:  ‘dat zwakzinnige als regel gedurende zijn hele leven eenige moreele steun zal behoeven om zich in de maatschappij te kunnen handhaven. Onderwijs is voor de zwakzinnige belangrijk, opvoeding belangrijker, maatschappelijke zorg het belangrijkst.’

De voor- en na-oorlogse vormen van sociale zorg zijn o.a. de avondverzorging, de vakopleiding, maatschappelijke hulp en de sociale werkplaatsen. De Sociale Werkplaatsen (wet WSW 1969) kennen een lange geschiedenis die terug gaat naar het begin van 1900. Tot 1950 zijn de werkplaatsen vooral particuliere initiatieven van o.a. ouders van gehandicapte en kerkelijke instellingen geweest.

Na 1950 doen medici, psychologen, maatschappelijke werkers, logopedisten, heilgymnasten, audiologen, speltherapeuten, remedial teachers gefaseerd hun intrede in het B.L.O. Al snel krijgen de vele onderwijstypen van het B.L.O. een eigen toelatingsteam en toelatingscriteria.

Op de Berkenschool in Stadskanaal geeft het hoofd der school bijvoorbeeld leiding aan het multidisciplinaire toelatings- en begeleidingsteam, bestaande uit de medicus, de psycholoog en het (school)maatschappelijk. De nieuwe WISC test vervangt de oude (Alfred) Binet test.  De cognitieve ontwikkeling en het maatschappelijke aspect eisen hun plek op naast de (voorheen dominante) medische kanten in de toelatingscriteria. In de beginjaren zitten ook leerkrachten aan tafel bij de bespreking van leerlingen (kleinschaligheid heeft zo z’n voordelen).

 

Het speciaal onderwijs in de gemeente Stadskanaal

Op 1 april 1951 verhuist dhr. N.U. Siedsma met zijn gezin naar Stadskanaal als hoofd der school van de nieuw op te richten ‘Vereniging voor Christelijke school voor buitengewoon lager onderwijs’, gevestigd in Musselkanaal. Ervaring heeft hij opgedaan in het onderwijs aan slechthorenden (Rotterdam), een B.L.O.-school (Aalten) en de Rekkensche Inrichting (adjunct-directeur).

Het schoolgebouw aan de Molenwijk moet nog gebouwd worden en daarom krijgen de eerste leerlingen hun onderricht in het Verenigingsgebouw van de Hervormde kerk aan de Oosterkade. Zijn werkende vrouw, een unicum voor die tijd, fungeert eerst als invalkracht en later als fulltime onderwijzeres.

Als pioniers maken zij speciale leermiddelen, w.o. kartonnen puzzels die later terugkomen als Mini Loco.

Het is een tijd van de aanschaf van leerlingenspecifieke leermiddelen, zoals een nieuwe lees-, schrijf- en rekenmethode. De Meidoornschool, een school voor (Z)eer (M)oeilijk (O)pvoedbare (K)inderen, maakt kort na de oprichting van de Berkenschool, ook deel uit van de Vereniging.

In 1970 wordt ondergetekende benoemd als onderwijzer in groep B (10 tot 12 jarigen) aan de Berkenschool, school voor M(oeilijk) L(erende) K(inderen).  Destijds vormen de groepen A, B, C de onderbouw, de bovenbouw bestaat uit een ‘huishoudgroep’ voor  de oudere meisjes en een ‘arbeidsgroep’ voor de oudere jongens. De R.T.L.-lessen (rekenen, taal en lezen) vinden plaats in de morgenuren en de praktijkvakken in de middaguren. ‘Timmeren’ en schilderen voor de jongens en koken, naaien, wassen, strijken voor de meisjes.

De 15 en 16 jarigen van de bovenbouw doen naast de praktijkvakken ook arbeidservaring op buiten de school op de Test & Trainingsafdeling (T&T) van de Wedeka te Stadskanaal. Ook de leerlingen van de Meidoornschool en de M.R. Groenewegeschool (openbare MLK) doen arbeidservaring op de T&T-afdeling. Bijna alle schoolverlaters komen aan het werk binnen de Wedeka. Als beginnende leerkracht krijg ik de kans om de jongelui mee te begeleiden op de werkplek en zonder het te weten doe ik ervaring op voor de toekomstige stage op het V.B.O./V.S.O. Hoofd van T&T is de heer Bertus Drent, onovertroffen in zijn stijl waar het gaat om de arbeidsinstructie en -begeleiding van onze leerlingen. Ik heb destijds veel opgestoken van zijn expertise om de jongelui te begeleiden en te vormen in arbeidskundige processen, arbeidshouding en arbeidsmotivatie. Ervaringen die ik later heb mee genomen in mijn eerste stappen als stagebegeleider in het V.B.O. en de latere V.S.O. Een reguliere scholing voor stagedocenten ontbreekt op dat moment nog op de institutionele opleidingen. Je begint gewoon en al doende leer je hoe je de stageleerlingen in vrije bedrijven kunt binnenloodsen. Mijn eerste stagebedrijven is de Spellenfabriek in Ter Apel.

Ondergetekende krijgt in het voorjaar van 1978 de opdracht van dhr. Siedsma om een nieuwe afdeling Voortgezet Buitengewoon Onderwijs van de Berkenschool op te zetten voor de leeftijdsgroep van 16 tot 20 jaar. Naar voorbeeld van Drachten en Groningen kiezen we voor vakdocenten praktijkvakken in plaats van werken met technische assistenten. We draaien een volledige praktijkprogramma met hout en afwerkingstechnieken, metselen, metaal, huishoudkunde, naaldvakken en gymnastiek/judo.

Het docententeam bestaat op dat moment uit vier fulltime theorie docenten en vijf parttime vakdocenten. In augustus 1980 versterkt Andre Piening het jonge onderwijsteam en langzamerhand krijgt hij de verantwoordelijkheid voor de dagelijkse gang van zaken op school zodat ik mij bezig kan houden met begeleiding van stagiairs, gesprekken met ouders, stagebedrijven, arbeidsbureaus, GAK en arbeidsplaatsing in de regio van de school.  In de loop der jaren heeft Andre Piening het gehele stagegebeuren van mij overgenomen. Mijn oud-collega, nog werkend in Praktijkonderwijs Ubbo Emmius , kan bogen op een jarenlange ervaring als stagedocent en stagecoördinator.

Bij de officiële afscheid van het echtpaar Siedsma  - 21 september 1979 -  wordt de heer N.U.Siedsma benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau. Burgemeester Van Rhein spelt hem op de afscheidsreceptie in Geert Teis de daarbij behorende versierselen op en spreekt lovende woorden over het werk van het aftredend hoofd, die thans de pensioensgerechtigde leeftijd heeft bereikt. De burgemeester spreekt ook met lovende woorden mevrouw Siedsma toe. Ik zie dan ook in warmte terug op onze nauwe samenwerking.

De twee eindgroepen van de Berkenschool worden overgeheveld naar de nieuwe afdeling V.B.O..

In januari 1980 draait het V.B.O. op volle toeren, eerst in de oude katholieke lagere school aan de Molenwijk en later in de leegstaande Euroschool aan de Gelderselaan onder de nieuwe naam ‘V.B.O De Linde’.

Weer breekt er een tijd van pionieren aan, vooral met stagelopen vanaf 16 jaar. Eén stageroute is de bekende Test & Trainingsafdeling, de andere route is stage in het vrije bedrijf.

Samen met de andere zeven V.B.O.-scholen in provincie Groningen, waarvan twee uit Stadskanaal, en het Landelijk Werkverband V.B.O. wordt het onderwijsprofiel en de stage-ontwikkeling  in de steigers gezet en doorontwikkeld. Collegiale ondersteuning op regionaal en landelijk niveau is onontbeerlijk geweest voor de doorontwikkeling van het  V.B.O.-onderwijs dat  landelijk zo’n 100 scholen telt.

In 1991 wordt het Convent van Christelijke VSO-scholen (zeven scholen) in de provincies Friesland en Groningen opgericht. Initiatiefnemers zijn Stadskanaal en Drachten. 0p directieniveau informeren we elkaar over de eigen schoolontwikkeling, we anticiperen op actuele ontwikkelingen vanuit  O&W en Landelijk Werkverband (ondergetekende is regiovertegenwoordiger van Groningen).

Vooral de collegiale ondersteuning en consultatie van collega directeuren van de convent-scholen heb ik heel waardevol gevonden. In ons fusietraject met de Openbare V.B.O. hebben docenten van beide scholen een kijkje mogen nemen in de onderwijskeuken van convent-scholen. Deze waardevolle ervaringen worden meegenomen in de eigen toekomstige onderwijsinrichting van het V.S.O.

Nieuwe onderwijsontwikkelingen in het Lager Onderwijs werpen op dat moment hun schaduw vooruit op het Speciaal Onderwijs. In 1981 wordt de wet op het Basis Onderwijs aangenomen. In 1985 worden kleuterscholen samengevoegd met lagere scholen. In 1990 komt Drs. J. Wallage, minister van Onderwijs, met de hoofdlijnnotitie Weer Samen Naar School (WSNS). Deze notitie handelt over de zorgverbredingsproblematiek in het basisonderwijs. Overeenkomstig de hoofdlijnnotitie initieert de gemeente Stadskanaal gesprekken met de vertegenwoordigers van de Berkenschool, de Groenewegeschool en de Stijgbeugel (LOM) en de vertegenwoordigers van beide V.B.O. scholen (VBO De Linde en de openbare VBO). De gesprekken monden uit in een Intentieverklaring (1995) om te komen tot fusies van alle speciale scholen in Stadskanaal.

De Berkenschool, de Groenewegeschool en de Stijgbeugel fuseren onder de nieuwe naam van de (S)peciale (B)asis (O)nderwijs ‘De Baldakijn’ op 1 augustus 2000. Heden ten dage maken beide scholen deel uit van scholengroep ‘Perspectief’, onderdeel van het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs 20-01 Groningen.

Eén jaar later fuseren beide VSO-scholen zich tot één ‘School voor Voortgezet Speciaal Onderwijs De Catamaran’. Na twee jaar dislocatie wordt de Catamaran gehuisvest in een nieuw gebouw aan de Gelderselaan.

In 2007 krijgt het Praktijkonderwijs de wettelijke status van Voortgezet Onderwijs. Het V.B.O. uit 1979 heeft zich binnen twee decennia getransformeerd van het Voortgezet Speciaal Onderwijs tot een zelfstandige School voor Praktijkonderwijs als één van vier vormen van Voortgezet Onderwijs.

Op 25 januari 2016 neemt de School voor Praktijkonderwijs afscheid van de oude naam Catamaran (het logo van de  Catamaran symboliseert dezelfde onderwijskundige koers van twee gefuseerde scholen).

De school zet o.l.v. de nieuwe directeur Chris Zaal haar toekomstige koers voort als ‘PRO Stadskanaal’, een jonge loot aan de ‘100-jaar-oude Ubbo Emmius’.

 

Nawoord

In maart 2010 heb ik met een sfeervol afscheidfeest in Geert Teis een punt gezet achter 40 jaar  speciaal onderwijs in de Gemeente Stadskanaal. Ik zie in warmte terug op mijn werkzame jaren op de Berkenschool en de Catamaran. Het onderwijsvak , zowel pedagogisch als didactisch, heb ik geleerd op de Berkenschool, dáár hebben de jongens en de meisjes mij mede gevormd in mijn persoonlijkheid. Oud-collega’s weten wat ik bedoel met de uitspraak dat een ‘film’ waardevoller is boven een ‘foto’ van de leerlingen. Een film doet recht aan de ontwikkeling van de jongelui. Zij verdienen dat!

Houd de “film” in ere Praktijkonderwijs Ubbo Emmius!

Ron Menduapessy,

Oud-docent Berkenschool en oud-directeur Catamaran, school voor Praktijkonderwijs

1970 - 2010

Heeft u aanvullende informatie?

Deze website is altijd in ontwikkeling en nooit volledig. Kunt u dus meer vertellen over een foto of een fotoserie? Heeft u zelf beeldmateriaal beschikbaar dat u met ons wilt delen? Geef graag via onderstaand formulier uw informatie door!

Gaat het om één specifieke foto, omschrijf dan over welke foto het gaat. Vul ook uw contactgegevens in, zodat wij u kunnen benaderen bij aanvullende vragen. Alleen als u bij 'naamsvermelding' een vinkje zet voor toestemming, zullen wij eventueel uw naam vermelden in de presentatie. 

Heeft u beeldmateriaal, laat dit dan bij 'toelichting' weten zodat wij contact met u op kunnen nemen. 

× U heeft niet alle velden correct ingevoerd.